Skidorpen Les Menuires en Saint-Martin-de-Belleville, twee uitersten van Les 3 Vallées

Skiën in Frankrijk, het heeft zo zijn voor- en nadelen… Maar in de promocampagnes verschijnt het woord “friendly” plots overal en wij bezwijken uiteindelijk voor de onovertroffen skimogelijkheden van Les 3 Vallées. Tijd voor een update.

Les Menuires

Place to be voor skifanaten
Les Menuires, op zo’n 1 850 m hoogte is de toegangspoort van het grootste skigebied ter wereld: Les 3 Vallées. Het skigebied telt zo’n 600 km pistes waarvan 85% boven de 1 800 meter ligt. Verschillende liften brengen je naar de mooiste bergtoppen met de meest adembenemende vergezichten. Les 3 Vallées omvat 5 skistations waaronder het emblematische Courchevel, Méribel en Val Thorens. Het gebied heeft een oppervlakte van 1 500 hectare en is zo uitgestrekt dat je kan skiën op beboste hellingen, op zuidflanken tijdens koude dagen en op noordflanken voor sneeuwzekerheid in de lente.

Les 3 Vallées bezit meer dan 200 liften en 1 800 sneeuwkanonnen die je gedurende vijf maanden dolle sneeuwpret garanderen. Je kan ook moeiteloos van het ene dorp naar het andere glijden over brede boulevards, perfect geprepareerde groene en blauwe pistes en uitzonderlijk veel beveiligde XXL-poederpistes. Kortom, Les Menuires is the place to be voor skifanaten. En die zullen er massaal veel zijn van 6 tot 19 februari voor de wereldkampioenschappen alpineskiën 2023, nog een parel op de kroon van het prachtige Courchevel en Méribel.

Plan Neige: skiresorts bij de vleet
Er is echter een “maar”. Wie zich moeizaam een weg gebaand heeft langs de enige bergroute via Moûtiers, wordt al meteen geconfronteerd met het parkingprobleem. In tijden van ecologisch bewustzijn is het best confronterend om toe te komen in het hooggebergte dat kreunt onder het horizontale en verticale urbanisme. Dit skioord werd in 1964 uit het niets gecreëerd in het kader van het overheidsproject “Le Plan Neige”. Daarbij werden in 15 jaar tijd 20 nieuwe functionele skiresorts met 150 000 bedden neergeplant.

Toen president Valéry Giscard d’Estaing in 1977 in zijn beroemde Vallouisetoespraak hierover alarm sloeg en pleitte voor een duurzamer toerisme, was het kwaad al geschied. Op de valreep werd het nationaal park van de Vanoise beschermd, maar de atypische architectuur van de jaren zeventig blijft een doorn in het oog. Sindsdien probeert men met de “Flocon Vert” een meer milieutechnisch verantwoord beleid aan te moedigen. Ons hotel Higalik dat in december geopend werd, werd gelukkig wel in harmonie met de natuur gebouwd.

Les Menuires

Trouw aan traditionele bouwstijl
Gelukkig zijn er ook nog plekjes die aan de ontwikkelingswoede zijn ontsnapt. Het iets lager gelegen dorpje Saint-Martin-de-Belleville lijkt wel een anachronisme. Hier geen hoogbouw, maar traditionele huizen en houten chalets, smalle straatjes en kleine kapelletjes die de bewoners in ere hebben gehouden. In het museum ontdek je hoe het leven in de bergen er 150 jaar geleden uitzag, alvorens er toeristen neerstreken. Daarnaast is er een wandeling in het dorp uitgestippeld waarbij je langs het overgebleven gemeenschappelijk washuis, de bakoven, kaasmakerij, kruidenier en schooltje flaneert.

De toeristische infrastructuur is ingebed in dit erfgoed en met respect voor de traditionele stijl gebouwd. Dat vertelt ons de Belgische eigenaar van het hotel Le Lodji, die er jaren over deed voor hij een vergunning kreeg om het oude hotel om te bouwen tot de huidige 4 sterrenlodge. Het is een sfeervolle uit de kluiten gewassen chalet geworden met veel oud hout en andere lokale spulletjes. In de bar, het restaurant en de brasserie de Volle Petrole is er altijd een gezellige drukte, want jovialiteit is er troef. Als we nog een kamer willen boeken dit seizoen zullen we snel moeten zijn.

Toevlucht voor stiltezoekers
Wie op zoek is naar authenticiteit moet nog wat verder de sneeuwvlaktes in trekken. De voormalige bergstallen en schuilplaatsen voor wandelaars zijn vandaag erg gegeerd als “refuge”. De eenvoudige onderkomens trekken voornamelijk de stiltezoekers onder ons aan die liever met sneeuwschoenen of wandelski’s in de natuur vertoeven. Zo ontdekten we Le Trait d’Union met slechts 6 slaapplaatsen verscholen in de bossen van Saint-Martin. Uitbaatster Viviane verwelkomt je er hartelijk in haar uitzonderlijke stekje dat uitnodigt tot ontspanning en meditatie.

Les Menuires

De Refuge du Lac du Lou ligt dan weer op een uurtje stappen ten oosten van de Pointe de la Masse. In het meer waar het gletsjerwater zich verzamelt, wordt een wel heel bijzondere ervaring aangeboden. Dan Arbogast organiseert er als enige ter wereld freediving onder het ijs. Stevig ingepakt in een rubberen wetsuit, met masker en zwemvliezen aan laat je je onder het ijs glijden. Een professionele duikinstructeur leidt je van het ene ijsgat naar het andere. Mijn moedige medereizigers komen stuk voor stuk extatisch terug boven. De uitdaging om met ingehouden adem dit ijskoude onderwaterparadijs van licht en kleuren te verkennen schijnt een sensatie te zijn.

Koos jij ook al voor een wintervakantie in Les Menuires?
Dan zijn we benieuwd naar jouw ervaring. Beleefde je er iets leuks of ontdekte je een bijzonder plekje? Laat het ons weten met een reactie hieronder.

P.S. prachtige foto’s geschoten op of naast de skipistes?
Deel ze op Instagram en tag ons via @reisreporter of gebruik de hashtag #iedereenreisreporter.